A propos de nous

Le Conseil consultatif de la magistrature (CCM) est élu directement par et parmi tous les magistrats de carrière effectifs, donc aussi bien des juges que des membres du Ministère public. Si vous voulez lire la loi du 8 mars 1999 instaurant un Conseil consultatif de la magistrature, cliquez ici.

    Règlement d'ordre intérieur

    SECTION 1. - DISPOSITIONS GENERALES

    Art. 1.

    Le présent règlement d'ordre intérieur a été rédigé en exécution de l'article 4, § 6, de loi du 8 mars 1999 instaurant un Conseil consultatif de la magistrature. Cette loi est dénommée ci-après en abrégé « la Loi ».

    Art. 2.

    Pour l'application du présent règlement, on entend par:

    1° Le Conseil consultatif: l'institution visée à l'article 2, § 1er, de la Loi, composée de deux collèges de vingt-deux magistrats;

    2° Le Collège francophone: l'organe visé à l'article 2, §§ 1 et 2, de la Loi, composé de vingt-deux magistrats du rôle linguistique français;

    3° Le Collège néerlandophone: l'organe visé à l'article 2, §§ 1 et 2, de la Loi, composé de vingt-deux magistrats du rôle linguistique néerlandais;

    4° L'Assemblée générale: l'organe visé à l'article 2, § 1er, de la Loi, se composant de quarante-quatre magistrats avec voix délibératives et de magistrats avec voix consultatives, conformément à l'article 4, § 3, de la Loi;

    5° Le Bureau: l'organe composé des présidents, des vice-présidents et des secrétaires des deux collèges linguistiques, élus au sein de ces collèges conformément à l'article 4, § 2, alinéa 1er, de la Loi;

    6° Le Président: le Président du Conseil consultatif de la magistrature visé à l'article 4, § 2, alinéa 2, de la Loi;

    7° Le Bureau néerlandophone et le Bureau francophone: les organes se composant à chaque fois du Président, du Vice-président et du Secrétaire, élus au sein du Collège francophone et du Collège néerlandophone, conformément à l'article 4, § 2, alinéa 1er, de la Loi.

     

    Art. 3.

    Le Conseil consultatif tient, en règle, ses réunions à son siège. Sur décision, prise à la majorité simple, de l'Assemblée générale ou des collèges linguistiques, les travaux de ces organes peuvent se dérouler en dehors du siège.

    Art. 4.

    Chaque fois qu'ils le jugeront nécessaire pour la bonne exécution de leurs missions, l'Assemblée générale, le Bureau, les deux collèges linguistiques et leurs bureaux respectifs pourront décider de créer des commissions distinctes, dénommées ci-après « groupes de travail ».

    La décision de créer un groupe de travail mentionne la mission précise et la composition du groupe, le nom de son président, ainsi que les dates auxquelles ce dernier doit faire rapport à l'organe qui l'a créé sur l'état de ses activités.

    Les membres d'un groupe de travail peuvent être désignés tant parmi les membres effectifs et/ou suppléants du Conseil consultatif élus au sein de chaque collège linguistique, que parmi les représentants des associations de magistrats qui font partie de l'Assemblée générale en vertu de l'article 4, § 3, de la Loi.

    Les autres activités d'un groupe de travail sont réglées en concertation entre le président de ce groupe et le président de l'organe qui en a décidé la création.

    Aucun quorum de présence n'est requis pour les réunions d'un groupe de travail.

    Tout membre du Conseil consultatif peut assister aux réunions des groupes de travail.

    Art. 5.

    L'Assemblée générale, chaque collège linguistique et chaque bureau, ou les groupes de travail créés par ces organes peuvent décider de consulter ou d'entendre des magistrats non membres du Conseil ou des experts non magistrats, chaque fois qu'ils l'estimeront nécessaire à l'accomplissement et à la gestion efficaces de leurs missions.

    Art. 6.

    Les demandes d'avis émanant du ministre de la Justice ou des chambres législatives, ainsi que les demandes de concertation, visées à l'article 5, § 1, alinéa 1er, de la Loi, sont adressées au Président. Ce dernier en informe immédiatement les autres membres du Bureau. Les présidents des collèges linguistiques transmettent ces demandes aux membres de leur collège.

    Art. 7.

    Seule l'Assemblée générale peut modifier ce règlement.

    Art. 8.

    Toute autre question d'ordre interne non prévue au présent règlement sera réglée par l'Assemblée générale ou le collège linguistique concerné, à la majorité simple des membres présents. La décision ne vaudra que pour le problème en cause.

    Art. 9.

    L'Assemblée générale, le Bureau, les collèges linguistiques néerlandophone et francophone et les groupes de travail sont convoqués par leur président chaque fois qu'il l'estime nécessaire.

    Les convocations à l'Assemblée générale et aux réunions des collèges linguistiques sont envoyées aux membres au moins huit jours ouvrables avant la date et mentionnent le lieu, la date, l'heure et l'ordre du jour. Elles contiennent également une copie des documents à examiner.

    En cas d'urgence, à apprécier par le Président, les convocations peuvent être envoyées au moins deux jours ouvrables avant la date.

    Art. 10.

    Les membres de l'Assemblée générale peuvent toujours consulter, au siège du Conseil consultatif, l'agenda des activités du Bureau, ainsi que tous les documents relatifs au fonctionnement du Conseil consultatif.

    Art. 11.

    Les notifications, convocations et communications visées au présent règlement peuvent être faites par courrier ordinaire, courrier électronique ou télécopie, sauf disposition contraire de la loi.
     

    AFDELING 1. - ALGEMENE BEPALINGEN

    Art. 1.

    Dit huishoudelijk reglement werd opgesteld in uitvoering van artikel 4, § 6, van de wet van 8 maart 1999 tot instelling van een Adviesraad van de magistratuur. Deze wet wordt hierna verkort aangeduid als « de Wet ».

    Art. 2.

    Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

    1° De Adviesraad: de instelling, zoals bedoeld in artikel 2, § 1, van de Wet, bestaande uit twee colleges van tweeëntwintig magistraten;

    2° Het Franstalig College: het orgaan, zoals bedoeld in artikel 2, §§ 1 en 2, van de Wet, bestaande uit tweeëntwintig magistraten van de Franse taalrol;

    3° Het Nederlandstalig College: het orgaan, zoals bedoeld in artikel 2, §§ 1 en 2, van de Wet, bestaande uit tweeëntwintig magistraten van de Nederlandse taalrol;

    4° De Algemene Vergadering: het orgaan, zoals bedoeld in artikel 2, § 1, van de Wet, bestaande uit vierenveertig stemgerechtigde magistraten en uit magistraten met raadgevende stem, zoals bedoeld in artikel 4, § 3, van de Wet;

    5° Het Bureau: het orgaan, bestaande uit de voorzitters, de ondervoorzitters en de secretarissen van de beide taalcolleges, verkozen binnen deze colleges in overeenstemming met artikel 4, § 2, eerste lid, van de Wet;

    6° De Voorzitter: de Voorzitter van de Adviesraad van de magistratuur, zoals bedoeld in artikel 4, § 2, tweede lid, van de Wet;

    7° Het Nederlandstalig en Franstalig Bureau: de organen, telkens bestaande uit de Voorzitter, de Ondervoorzitter en de Secretaris, verkozen in het Franstalig en Nederlandstalig College, in overeenstemming met artikel 4, § 2, eerste lid, van de Wet.

    Art. 3.

    De werkzaamheden binnen de Adviesraad vinden in beginsel plaats op de zetel van de Adviesraad. Bij beslissing, genomen bij gewone meerderheid van stemmen, van de Algemene Vergadering of van de taalcolleges kunnen de werkzaamheden van deze organen plaatsvinden buiten de zetel.

    Art. 4

    Telkens als dit nodig wordt geacht voor een degelijke uitvoering van hun taken, kunnen de Algemene Vergadering, het Bureau, de beide taalcolleges en elk bureau van deze taalcolleges beslissen tot oprichting van afzonderlijke commissies, hierna « werkgroepen » genoemd.

    De beslissing tot oprichting van een werkgroep vermeldt de precieze opdracht en samenstelling van de werkgroep, de naam van de voorzitter van de werkgroep, evenals de tijdstippen waarop deze laatste verslag dient uit te brengen over de stand van zaken van de werkzaamheden van de werkgroep aan het orgaan dat tot oprichting van de werkgroep besliste.

    De leden van een werkgroep kunnen worden aangeduid tussen de effectieve en/of plaatsvervangende leden van de Adviesraad, verkozen binnen elk taalcollege, evenals tussen de vertegenwoordigers van de magistratenverenigingen die deel uitmaken van de Algemene Vergadering, volgens artikel 4, § 3, van de Wet.

    De andere werkzaamheden van de werkgroep worden geregeld in overleg tussen de voorzitter van de werkgroep en de voorzitter van het orgaan dat tot oprichting van de werkgroep besliste.

    Voor de vergaderingen van een werkgroep is geen aanwezigheidsquorum vereist.

    Elk lid van de Adviesraad kan de vergaderingen van een werkgroep bijwonen.

    Art. 5.

    De Algemene Vergadering, elk taalcollege en/of elk bureau, of de door deze organen opgerichte werkgroepen, kunnen eveneens beslissen externe magistraten en/of deskundigen (die niet de hoedanigheid van magistraat bezitten) te raadplegen en/of te horen, telkens als dit nodig wordt geacht met het oog op een efficiënte waarneming en behartiging van hun taken.

    Art. 6.

    Verzoeken tot het bekomen van een advies, uitgaande van de minister van Justitie of van de Wetgevende Kamers, evenals verzoeken tot het plegen van overleg, zoals bedoeld in artikel 5, § 1, eerste lid, van de Wet, worden gericht aan de Voorzitter. Deze laatste geeft daarvan onmiddellijk kennis aan de andere leden van het Bureau. De voorzitters van de taalcolleges zorgen voor de verdere kennisgeving van deze verzoeken aan de leden van hun taalcollege.

    Art. 7.

    Alleen de Algemene Vergadering kan dit reglement wijzigen.

    Art. 8.

    Over elke andere kwestie van interne orde die niet in dit reglement wordt geregeld, wordt beslist bij gewone meerderheid van de aanwezige leden van de Algemene Vergadering of het betrokken taalcollege. Deze stemming geldt enkel voor het besproken geval.

    Art. 9

    De Algemene Vergadering, het Bureau, het Nederlandse en Franse taalcollege, en de werkgroepen worden samengeroepen door hun voorzitter, telkens als dit door deze laatste nodig wordt geacht.

    De oproepingen voor de Algemene Vergadering en de bijeenkomsten van de taalcolleges worden minstens acht werkdagen vóór de vergadering aan de leden verstuurd en vermelden de plaats, de datum, het uur en de agenda. De te bespreken documenten worden bij de oproepingen gevoegd.

    In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de Voorzitter, worden de oproepingen minstens twee werkdagen vóór de datum verstuurd.

    Art. 10.

    De leden van de Algemene Vergadering kunnen steeds op de zetel van de Adviesraad de agenda van de activiteiten van het Bureau, evenals de documenten die verband houden met de werking van de Adviesraad, raadplegen.

    Art. 11.

    De kennisgevingen, oproepingen en mededelingen, bedoeld in onderhavig reglement, kunnen geschieden per gewone post, elektronische post of fax, behoudens indien de Wet het anders bepaalt.

     

    SECTION 2. - LE PRÉSIDENT DU CONSEIL CONSULTATIF

    Art. 12.

    Le Président établit l'ordre du jour de l'Assemblée générale en concertation avec le Bureau.

    Art. 13.

    Le président ouvre et clôt l'Assemblée générale.
    Il dirige les débats et le dépouillement des votes et maintient l'ordre dans l'Assemblée générale.

    AFDELING 2. - DE VOORZITTER VAN DE ADVIESRAAD

    Art. 12.

    De Voorzitter bepaalt in overleg met het Bureau de agenda van de Algemene Vergadering.

    Art. 13.

    De Voorzitter opent en sluit de Algemene Vergadering. Hij leidt de besprekingen en de stemopnemingen en handhaaft de orde over de Algemene Vergadering.

     

    SECTION 3. - L'ASSEMBLÉE GÉNÉRALE DU CONSEIL CONSULTATIF

    Art. 14.

    L'Assemblée générale se réunit aussi souvent que ses missions l'exigent et au moins deux fois par an.

    Art. 15.

    Si l'Assemblée générale est convoquée à la demande d'un des collèges linguistiques, conformément à l'article 5, § 2, alinéa 2, deuxième phrase, de la Loi, elle se réunit dans les trente jours calendrier de la demande, sauf si le président du collège linguistique concerné marque son accord pour que la séance se tienne à une date ultérieure.

    Art. 16.

    Un membre qui souhaite formuler une proposition d'amendement ou de modification de texte la fait parvenir au Président au plus tard trois jours calendrier avant la date de l'Assemblée générale, en indiquant avec précision le texte de l'amendement ou de la modification proposé.

    Art. 17.

    En cas de réunion d'urgence en application de l'article 9, une proposition d'amendement ou de modification de texte peut être déposée le jour-même de la séance.

    Art. 18.

    Un membre effectif absent ou empêché de prendre part à une Assemblée générale pourvoit lui-même à son remplacement par un suppléant de son collège électoral.

    Un membre dont le mandat prend prématurément fin est remplacé, dans toute la mesure du possible, par un suppléant de son collège électoral et de son degré de juridiction, dans l'ordre du procès-verbal rédigé en application des articles 25 et 26 de l'Arrêté royal du 13 juin 1999.

    Art. 19.

    Le membre empêché ou absent peut communiquer ses observations par écrit au Président au plus tard vingt-quatre heures avant la séance. Le Président en informe les membres de l'Assemblée générale.

    Art. 20.

    Le Président est assisté à chaque séance de l'Assemblée générale par le secrétaire de son collège linguistique. Le secrétaire est chargé de la rédaction du procès-verbal de l'Assemblée générale, qu'il signe avec le Président. Si le secrétaire du collège concerné est absent ou empêché, le Président désigne un autre membre de son collège linguistique pour assurer le secrétariat.

    Art. 21.

    L'Assemblée générale se réunit à huis clos.

    Art. 22.

    A l'assemblée générale, chaque membre s'exprime dans la langue de son choix. Une traduction simultanée est assurée par des interprètes.

    Art. 23.

    Le procès-verbal est communiqué aux membres et proposé à l'approbation au début de l'assemblée générale suivante.

    Art. 24.

    L'Assemblée générale tente de parvenir à l'unanimité dans ses avis.

    Si l'unanimité est impossible, il est passé au vote.

    Le vote se fait à main levée à moins qu'un membre ne demande un vote secret.

    Le suffrage a lieu conformément à l'article 4, § 5, de la Loi. Les abstentions ne sont pas prises en considération.

    En cas de parité des suffrages, la voix du Président est prépondérante. En cas d'abstention du Président, la proposition d'avis est rejetée.

    Le procès-verbal mentionne explicitement quand un suffrage a eu lieu et son résultat.

    Si la demande en est faite, les éventuelles opinions minoritaires sont mentionnées au procès-verbal avec l'indication des noms des auteurs et l'exposé des motivations.

    Art. 25.

    Les avis et les éventuelles opinions minoritaires mentionnées sont transmis par le Président aux autorités consultantes, conformément aux dispositions de l'Arrêté Royal pris en exécution de l'article 5, § 3, de la Loi.

    Art. 26

    1. Toutes les dispositions du règlement d'ordre intérieur relatives à l'assemblée générale s'appliquent sans préjudice du présent article.

    2. En cas d'extrême urgence, à apprécier par le Bureau, un projet d'avis d'office est communiqué par courrier électronique aux membres effectifs des collèges linguistiques et aux associations membres de l'Assemblée générale.

    3. Les membres effectifs et les associations disposent d'un délai fixé par le Bureau, qui ne peut être inférieur à quarante-huit heures, pour faire parvenir leurs remarques et propositions éventuelles d'amendement au président de leur collège.

    4. À l'issue de cette consultation, le Bureau se concerte à nouveau et, si nécessaire, rédige une nouvelle version de l'avis. Le Président la transmet aussitôt par courrier électronique aux membres des deux collèges linguistiques pour approbation et aux associations membres de l'Assemblée générale pour consultation.

    5. S'il n'y a pas plus de onze oppositions formulées par les membres de l'un ou l'autre des collèges linguistiques dans les vingt-quatre heures ou dans le délai accordé, l'avis est considéré comme adopté. Si la demande en est faite, les éventuelles opinions minoritaires y sont jointes.

    6. L'avis est ensuite transmis par le Bureau aux présidents de la Chambre et du Sénat, ainsi qu'au ministre de la Justice et à toutes les personnes, entités ou institutions qu'il estime concernées.
     

     

    AFDELING 3. - DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE ADVIESRAAD

     Art. 14.

    De Algemene Vergadering vergadert zo vaak als haar opdrachten het vereisen en minstens tweemaal per jaar.

    Art. 15.

    Indien de Algemene Vergadering wordt bijeengeroepen op verzoek van één van de taalcolleges, in overeenstemming met artikel 5, § 2, tweede lid, tweede zin van de Wet, dan komt de Algemene Vergadering bijeen binnen de dertig kalenderdagen na de datum van het verzoek, tenzij de voorzitter van het betrokken taalcollege akkoord gaat met een latere datum.

    Art. 16.

    Een lid dat een voorstel tot amendement of tot tekstwijziging wil formuleren laat dit ten laatste drie kalenderdagen voor de datum van de Algemene vergadering geworden aan de Voorzitter, onder nauwkeurige opgave van de tekst van het amendement of de voorgestelde wijziging.

    Art. 17.

    In geval van vergadering bij hoogdringendheid, in toepassing van artikel 9, kan een voorstel van amendement of tekstwijziging de dag van de vergadering zelf worden ingediend.

    Art. 18.

    Een effectief lid dat verhinderd of afwezig is om deel te nemen aan een Algemene Vergadering, dient zelf te voorzien in zijn vervanging door een plaatsvervangend lid uit zijn kiescollege.

    Een lid wiens mandaat voortijdig eindigt, wordt, in de mate van het mogelijke, vervangen door een plaatsvervanger van zijn kiescollege en graad van rechtsmacht, zoals gerangschikt in het proces-verbaal opgesteld in uitvoering van de artikelen 25 en 26 van het Koninklijk Besluit van 13 juni 1999.

    Art. 19.

    Het lid dat verhinderd of afwezig is, kan de Voorzitter schriftelijk opmerkingen overmaken, uiterlijk vierentwintig uur voorafgaand aan de vergadering. De Voorzitter geeft hiervan kennis aan de leden van de Algemene Vergadering.

    Art. 20.

    De Voorzitter wordt op elke Algemene Vergadering bijgestaan door de secretaris van zijn taalcollege. De secretaris wordt belast met de opstelling van het proces-verbaal van de Algemene Vergadering, dat hij samen met de Voorzitter ondertekent. Indien de secretaris van het betrokken taalcollege afwezig of verhinderd is, duidt de Voorzitter een ander lid van diens taalcollege aan om het secretariaat waar te nemen.

    Art. 21.

    De Algemene Vergadering vergadert met gesloten deuren.

    Art. 22.

    Elk lid gebruikt tijdens de algemene vergadering de taal van zijn keuze. Er gebeurt simultaanvertaling door tolken.

    Art. 23.

    Het proces-verbaal wordt aan de leden medegedeeld en bij de aanvang van de volgende algemene vergadering goedgekeurd.

    Art. 24.

    De Algemene Vergadering streeft in zijn adviezen naar eenparigheid van stemmen.

    Indien geen eenparigheid mogelijk is, wordt overgegaan tot stemming.

    In geval van stemming gebeurt dit bij handopsteking, tenzij één van de leden een geheime stemming vraagt.

    Bij stemming wordt artikel 4, § 5, van de Wet in acht genomen. Onthoudingen worden niet meegeteld.

    Bij staking van stemmen is de stem van de Voorzitter doorslaggevend. Indien de Voorzitter zich onthoudt, is het voorstel van advies verworpen.

    Het proces-verbaal vermeldt uitdrukkelijk wanneer er een stemming is geweest en de uitslag van deze stemming.

    De eventuele minderheidsstandpunten worden met naamsvermelding en motivering toegevoegd aan het proces-verbaal, indien hierom wordt verzocht.

    Art. 25.

    De adviezen en de eventueel daarin opgenomen minderheidsstandpunten worden door de Voorzitter aan de raadplegende overheden verzonden, in overeenstemming met de bepalingen van het Koninklijk Besluit, uitgevaardigd in toepassing van artikel 5, § 3, van de Wet.

    Art. 26

    1. Alle bepalingen van het huishoudelijk reglement met betrekking tot de Algemene Vergadering zijn van toepassing zonder afbreuk te doen aan het huidig artikel.

    2. In geval van uiterste hoogdringendheid, vastgesteld door het Bureau, wordt een ontwerp van ambtshalve advies via e-mail overgemaakt aan de effectieve leden van de taalcolleges en aan de verenigingen die deel uitmaken van de Algemene Vergadering.

    3. De effectieve leden en de verenigingen kunnen binnen de door het Bureau vastgestelde termijn, die niet minder dan 48 uur mag bedragen, hun opmerkingen en voorstellen tot amendering aan de voorzitter van hun college meedelen.

    4. Daarna komt het Bureau opnieuw samen en maakt, indien nodig, een nieuw ontwerp van advies. De Voorzitter stuurt dat onmiddellijk via e-mail en voor goedkeuring naar de leden van beide taalcolleges en naar de verenigingen die deel uitmaken van de Algemene Vergadering.

    5. Indien er binnen de 24 uur of binnen de toegestane termijn niet meer dan elf bezwaren zijn afkomstig van één van beide taalcolleges, wordt het voorstel geacht eenparig te zijn aangenomen. In voorkomend geval worden de meningen van een minderheidsgroep op vraag aan het voorstel gehecht.

    6. Daarna deelt het Bureau het advies mee aan de voorzitters van Kamer en Senaat, aan de minister van Justitie én aan alle personen, organen of instellingen die het betrokken acht.

    SECTION 4. - LE BUREAU DU CONSEIL CONSULTATIF

    Art. 27.

    Le Bureau se réunit à la demande du Président et aussi souvent que ses missions l'exigent. Il se réunit obligatoirement à la demande d'au moins trois de ses membres.

    Art. 28.

    Si le Bureau reçoit un ordre du jour ou un projet d'avis de l'un des collèges linguistiques, comme prévu à l'article 5, § 2, alinéa 2, de la Loi, le Président en informe l'autre collège linguistique .

    Art. 29.

    Le Bureau prépare les assemblées générales, en exécute les décisions et en coordonne les activités.

    Art. 30.

    Le Bureau est chargé de promouvoir au mieux la communication du Conseil consultatif, tant à l'extérieur qu'au sein de celui-ci.

    Art. 31.

    Sans préjudice du droit à la liberté d'expression de  chaque membre du Conseil consultatif, toute communication vers l'extérieur qui a trait à une prise de position ou une décision du Conseil consultatif, est faite par le Bureau.

    Le Bureau peut autoriser les présidents des collèges linguistiques respectifs, ou les porte-parole désignés par chaque collège linguistique, à faire ces communications et à accorder des interviews à la presse au nom du Conseil consultatif de la magistrature.

     

    AFDELING 4. - HET BUREAU VAN DE ADVIESRAAD

    Art. 27.

    Het Bureau vergadert op verzoek van de Voorzitter en zo vaak als zijn opdrachten het vereisen. Het vergadert noodzakelijkerwijs op verzoek van minstens drie van zijn leden.

    Art. 28.

    Indien het Bureau de agenda of een ontwerp van advies ontvangt van één van de taalcolleges, zoals bepaald in artikel 5, § 2, tweede lid, van de Wet, dan geeft de Voorzitter hiervan kennis aan het andere taalcollege.

    Art. 29.

    Het Bureau bereidt de algemene vergaderingen voor, voert hun beslissingen uit en coördineert hun werkzaamheden.

    Art. 30.

    Het Bureau bevordert zo goed mogelijk de communicatie van de Adviesraad, zowel binnen als buiten de Adviesraad.

    Art. 31.

    Onverminderd het recht op vrije meningsuiting van elk lid van de Adviesraad, gebeurt elke externe mededeling, die betrekking heeft op een stelling of een beslissing van de Adviesraad, door het Bureau.

    Het Bureau kan de voorzitters van de respectieve taalcolleges, of de woordvoerders aangeduid door elk taalcollege, machtigen dergelijke mededelingen te doen en interviews toe te staan aan de pers in naam van de Adviesraad van de magistratuur.

     

    SECTION 5. - LES COLLÈGES LINGUISTIQUES DU CONSEIL CONSULTATIF

    Art. 32.

    Chaque collège linguistique réunit les membres du Conseil consultatif appartenant au même régime linguistique.

    Art. 33.

    Les collèges linguistiques se réunissent à huis clos.

    Art. 34.

    Les points qui sont mis à l'ordre du jour d'un collège linguistique par le président de celui-ci ou à la demande d'au moins quatre membres, conformément à l'article 5, § 2, alinéa 1er, de la Loi, sont communiqués au Bureau par le président de ce collège.

    Le Président du Conseil consultatif en informe l'autre collège linguistique.

    Art. 35.

    Chaque collège linguistique se réunit également à la requête d'au moins quatre membres de ce collège. La demande est adressée au président du collège concerné.

    Art. 36.

    Le président d'un collège linguistique empêché ou absent est remplacé par le vice-président de ce collège. En cas d'absence ou d'empêchement du vice-président, la présidence est assurée par le secrétaire de ce collège linguistique. Dans ce cas, ce dernier désigne un autre membre du collège pour assurer le secrétariat.

    Art. 37.

    Le président de chaque collège linguistique communique au Bureau l'ordre du jour des séances de ce collège, ainsi que les projets d'avis qu'il a adoptés.

     

    AFDELING 5. - DE TAALCOLLEGES VAN DE ADVIESRAAD

    Art. 32.

    Elk taalcollege verenigt de leden van de Adviesraad die tot hetzelfde taalstelsel behoren.

    Art. 33.

    Elk taalcollege vergadert met gesloten deuren.

    Art. 34.

    Aangelegenheden die door de voorzitter van een taalcollege of die op verzoek van minstens vier leden op de agenda van dat college geplaatst worden, zoals bedoeld in artikel 5, § 2, eerste lid, van de Wet, worden door hem ter kennis van het Bureau gebracht.

    De Voorzitter van de Adviesraad staat in voor de kennisgeving aan het ander taalcollege.

    Art. 35.

    Elk taalcollege vergadert tevens op verzoek van minstens vier leden van dit college. Het verzoek daartoe wordt gericht aan de voorzitter van het betrokken taalcollege.

    Art. 36.

    Bij verhindering of afwezigheid wordt de voorzitter van een taalcollege vervangen door de ondervoorzitter van dit college. Indien de ondervoorzitter afwezig of verhinderd is, dan wordt het voorzitterschap waargenomen door de secretaris van het betrokken taalcollege. De secretaris duidt in dit geval een ander lid van het college aan om het secretariaat waar te nemen.

    Art. 37.

    De voorzitter van elk taalcollege brengt de agenda van de vergaderingen van dit college, evenals de ontwerpen van adviezen, opgesteld door het betrokken college, ter kennis van het Bureau.

     

    SECTION 6. - LES GROUPES DE TRAVAIL

    Art. 38.

    Les groupes de travail créés en application de l'article 4 du présent règlement se réunissent aussi souvent que leurs missions l'exigent.

    Art. 39.

    Les groupes de travail se réunissent en principe à huis clos, sous réserve de la disposition relative à la consultation de magistrats ou experts externes, prévue à l'article 5 du présent règlement.
     

    AFDELING 6. - DE WERKGROEPEN

    Art. 38.

    De werkgroepen, opgericht in toepassing van artikel 4 van dit reglement, vergaderen zo vaak als hun opdrachten het vereisen.

    Art. 39.

    De werkgroepen vergaderen in beginsel met gesloten deuren, onder voorbehoud van wat in artikel 5 van dit reglement is bepaald betreffende de raadpleging van externe magistraten of deskundigen.

    SECTION 7. - DEONTOLOGIE

    Art. 40.

    Les membres du Conseil consultatif sont, entre autres, tenus de respecter au mieux les délais impartis pour l'exécution de leurs missions, de participer régulièrement aux séances et de respecter les décisions des organes du Conseil consultatif.

    Les membres traiteront toujours avec discrétion les informations reçues dans l'exercice de leur mandat.

    La publication ou la diffusion publiques de documents ou d'avis sont soumises à l'approbation du Bureau.

    AFDELING 7. - DEONTOLOGIE

    Art. 40.

    De leden van de Adviesraad zijn in het bijzonder verplicht de termijnen voor de uitvoering van hun opdrachten zo goed mogelijk na te leven, geregeld aan de vergaderingen deel te nemen, en de beslissingen van de organen van de Adviesraad na te leven.

    De leden zullen steeds met discretie omgaan met de informatie die zij ontvangen in de uitoefening van hun mandaat.

    Algemene verspreiding of publicaties van documenten of adviezen is onderworpen aan de goedkeuring van het Bureau.

    -